In Amsterdam-Noord, tussen het creatieve rumoer en het water, ligt Hotel Poppies. Een kleurrijk hotel, geliefd bij reizigers die iets bijzonders zoeken. Aan het roer staat Gabrielle Yeager (31), die met een keuken van slechts twee meter bij zeventig centimeter dagelijks bewijst dat beperkingen geen grenzen hoeven te zijn.
Gabrielle komt uit New York. De stad die nooit slaapt, waar de lat altijd net een stukje hoger ligt en het tempo je het gevoel geeft dat je achterloopt, zelfs als je vooruit rent. Daar, in die bruisende metropool, groeide ze op met één droom: chef worden. ‘Als kind riep ik altijd dat ik de keuken in wilde,’ vertelt Gabrielle. ‘Maar volwassenen probeerden dat uit mijn hoofd te praten. “De uren zijn verschrikkelijk,” zeiden ze, “en het werk is loodzwaar.”‘ Ze grijnst. ‘Dat maakte me alleen maar vastberadener.’
Haar loopbaan begon echter niet achter een fornuis. Ze werkte als Commissary Administrator – verantwoordelijk voor de logistiek en voorraad van restaurants – en dook later in de catering en social media. Het gaf haar een brede basis, maar ook een flinke dosis realisme. ‘De werkcultuur in New York is meedogenloos,’ vertelt ze. ‘Ego’s, competitie, en alles moet altijd perfect. It’s easy to burn out.’
Gabrielle wilde wat anders. Zeven jaar geleden vertrok ze dan ook vastberaden naar Europa, reisde rond en… strandde in Amsterdam. Hier vond ze werk bij Taste Before You Waste, een stichting die voedselverspilling tegengaat. Ze organiseerde evenementen, kookte voor goede doelen en zette grootschalige catering op voor Oekraïense vluchtelingen. Toch bleef de horeca aan haar trekken.
Hamsterhok
Toevallig kwam de oprichter van Hotel Poppies op Gabrielle’s pad. Hij deelde zijn ambitieuze visie: een verfrissend eenvoudig hotelconcept, midden in het creatieve hart van Amsterdam Noord. Zijn dromen voor de keuken waren groot – van waanzinnige, zelfgebrouwen koffie tot een all-day menu met bijzondere broodjes en ambachtelijke pastries. Toen hij Gabrielle vroeg om dit culinaire concept tot leven te brengen, twijfelde ze geen moment. Totdat ze de keuken zag. ‘Het was absurd,’ zegt ze lachend. ‘De ruimte was nauwelijks twee meter lang en zeventig centimeter breed. Ik dacht: hier past nog geen hamsterhok in.’ Maar in plaats van op te geven, ging Gabrielle de uitdaging aan. Ze zag de keuken niet als een beperking, maar als een puzzel. Alles moest kloppen, tot op de millimeter.
Gabrielle en haar team hebben de keuken omgetoverd tot een ruimte waar elk apparaat zijn plek dubbel en dwars verdient. Haar troef? Een combi-stoomoven, een technisch hoogstandje dat convectiewarmte en stoom combineer. ‘Dat ding kan alles,’ legt ze uit. ‘Je kunt ermee bakken, stomen, slowcooking doen, zelfs gerechten opwarmen zonder dat ze uitdrogen.’ Deze oven is de ruggengraat van de keuken. De inductiekookplaat, op zijn beurt, speelt een cruciale rol tijdens het ontbijt. Als alle eieren gebakken zijn, kan de draagbare(!) plaat eenvoudig worden opgeborgen, zodat er weer werkruimte vrij komt voor andere taken. Dan is er de supersterke vaatwasser. Geen overbodige luxe in een hotelkeuken, maar bittere noodzaak om het tempo bij te houden. En de toaster? Die mag zeker niet vergeten worden, want zonder dat apparaat geen knapperig brood voor de beroemde makreelsandwiches van het hotel. ‘Elk stuk apparatuur hier moet zijn plek verdienen,’ zegt Gabrielle. ‘Er is geen ruimte voor luxe. Alles moet functioneel zijn én iets toevoegen.’
Gerechten met cultstatus
Wat Gabrielle uit die piepkleine keuken tovert, verrast iedereen. Ontbijtklassiekers krijgen een twist – denk aan eieren met een flinke lepel pittige kimchi – en de makreelsandwich heeft inmiddels een cultstatus bereikt. ‘We gebruiken altijd lokale, duurzame ingrediënten,’ zegt Gabrielle. ‘Het is niet alleen lekkerder, het voelt ook beter.’ Haar persoonlijke favoriet? Een stevige bonenschotel die comfort en creativiteit combineert. ‘Soms is het simpele juist wat mensen bijblijft,’ legt ze uit. Maar het draait niet alleen om smaak. Gabrielle weet ook dat een maaltijd een verhaal vertelt. ‘Het menu weerspiegelt wie we zijn: compact, creatief en vol passie.’
De keuken mag klein zijn, maar Gabrielle’s dromen zijn groot. Ze ziet Hotel Poppies als een plek waar meer mogelijk is dan ontbijt en lunch. Ze droomt van privé-diners, pop-upavonden en evenementen die ook de buurtbewoners betrekken. ‘Een grotere keuken zou handig zijn,’ geeft ze toe. ‘Maar het is geen excuus om nu niets te doen. Ik ben gewend om creatief om te gaan met wat ik heb.’
En haar persoonlijke toekomst? Die ziet ze in Europa, met een eigen guesthouse. ‘Een plek waar mensen zich thuis voelen, met een keuken die verhalen vertelt,’ zegt ze. Maar voorlopig schrijft ze die verhalen in Amsterdam, vanuit een keuken die misschien klein lijkt, maar waar elke centimeter bruist van ambitie. Want als iemand heeft bewezen dat grote smaken geen grote ruimte nodig hebben, dan is het Gabrielle Yeager wel.
Redacteur: Karin Koolen
Fotograaf: Tessa Hoogenboezem